Werken om te leven of leven om te werken? Toen je begon met werken, was je werk waarschijnlijk heel belangrijk en stortte je je hier helemaal in. Lange dagen werken, in het weekend relevante boeken en artikelen lezen, opleidingen doen om nog beter te worden in je vak. Je professionaliteit was een belangrijk onderdeel van je identiteit. Dat verandert.
Tweede plaats
Je verandert van functie, van organisatie, maakt wat promotie. Je ontdekt jouw talenten en wat jij de wereld te bieden hebt. Toen kwam er een fase dat je lekker ingewerkt was. Marianne vertelt tijdens een coachsessie: ‘Ik kreeg toen kinderen en had zelf niet de energie om door te groeien. Mijn energie besteedde ik liever aan mijn kinderen en werk kwam op de tweede of derde plaats.’ ‘Je mag in deze fase van je leven minder en minder hard werken,’ vertel ik haar. Ze reageert opgelucht: ‘Eerlijk gezegd was ik blij dat ik mijn taken deels op ervaring of de automatische piloot kon doen, want die onderbroken nachten hakken er flink in.’
Ont-wikkelen
Wat is het eigenlijk fijn als je wat minder en wat minder hard kunt werken wanneer anderen je nodig hebben, zoals je kinderen, partner of ouders. Dat je die jaren mantelzorger kunt zijn en je werkgever begrip toont. Veel werkuren maken komt later wel weer. Een periode in je leven dat je waarschijnlijk nog veel energie hebt en de ruimte om veel te werken, is wanneer je kinderen het huis uit zijn en je nog een aantal jaren kunt werken tot aan je pensioen. Jaren waarin je talenten kunt ont-wikkelen en je kennis kunt overdragen aan de nieuwe generaties. Zit jij nu in een fase van harder of minder hard werken?
Nienke van Oeveren, loopbaancoach
Gepubliceerd in Voorschotense Krant, maart 2024
Add Comment